Renovatiebeleid staat of valt met betrouwbare EPC’s

Verbouwers moeten kunnen rekenen op correct en gedetailleerd certificaat

Embuild Vlaanderen dringt aan op meer controles van energieprestatiecertificaten (EPC’s); meer opleidingen voor energiedeskundigen en een inhoudelijke opknapbeurt van het systeem zelf. Dat stelt de bouwfederatie naar aanleiding van het toenemend aantal klachten over de opgemaakte EPC’s.

Vorig jaar werden meer dan 210.000 EPC’s opgemaakt. Dat is een record, maar het aantal klachten steeg van 63 in 2022 naar 373 in 2023. Het belang van een EPC is aanzienlijk toegenomen door de recente renovatieplicht. Daarom dient de betrouwbaarheid buiten kijf te staan.

Systeem is aan een opknapbeurt toe

“Het energieprestatie-certificaat werd oorspronkelijk ontwikkeld om de energieprestaties van bestaande woningen te vergelijken. Maar intussen heeft het EPC er andere functies bijgekregen en is het steeds belangrijker geworden. Zo zijn er premies en verplichtingen aan gekoppeld. Het vormt de sleutel tot een goed renovatiebeleid. Daarom is het systeem ook aan een opknapbeurt toe en dient het reële energieverbruik in een woning meegenomen te worden”, zegt Marc Dillen, directeur-generaal van Embuild Vlaanderen.

Opleidingen en striktere handhaving vereist

Eind vorig jaar heeft het Vlaams Klimaat- en Energieagentschap (VEKA) al maatregelen aangekondigd. Dat is nodig om de kwaliteit van zowel de certificaten als de verslaggevers te waarborgen. Want zelfs de negatieve ervaringen van een minderheid aan verbouwers, zet het volledige systeem in een slecht daglicht. Dat is nefast voor het uitgestippelde renovatiebeleid. Daarom zijn meer opleidingen en striktere handhaving vereist. 

Misbruik en onprofessioneel gedrag aanpakken

Volgens Embuild Vlaanderen volgt de overgrote meerderheid van de EPC-verslaggevers de regels. Zij gaan professioneel en integer tewerk. “Maar als bouwsector willen we dat elk misbruik en onprofessioneel gedrag aangepakt wordt. Een foutief EPC maakt het immers ook de aannemer moeilijk”, aldus Marc Dillen.