Hoe relevant AI is, werd duidelijk op het Food Process Seminar
Onderzoek en praktijkvoorbeelden geven mogelijkheden weer in industrie
Bedrijven die AI willen integreren in hun firma staan vaak nog aan de beginfase. Ze verkennen de mogelijkheden, maar zijn doorgaans nog niet zo ver dat de technologie al succesvol en breed wordt ingezet, blijkt uit onderzoek. Dat is bij Vlaamse voedingsbedrijven niet anders. Tientallen firma's werden op weg geholpen tijdens het Food Process Seminar dat in het teken stond van de mogelijkheden van AI in de voedingsverwerkende industrie.
Belangstelling voor het thema
"Ik vergelijk een voedingsbedrijf graag met een chocoladebrownie: een gelaagd geheel, waarbij aan elke laag kosten verbonden zijn. In onze sector liggen de marges niet heel hoog, dus elke optimalisatie telt", begint Lars Roba zijn slotlezing. "Kunstmatige intelligentie kan bepaalde kosten reduceren. Maar digitalisering zelf is óók een investering. Als mensen de technologie niet omarmen, of als verkeerde data gebruikt worden of verkeerde beslissingen gemaakt worden, creëert digitalisering geen winst maar net extra kosten. En dat willen we uiteraard vermijden."
Roba, innovatiemanager bij innovatieplatform voor de Vlaamse voedingsindustrie Flanders’ Food, sprak over de inzet van AI in de voedingsverwerkende industrie – het thema dat centraal stond tijdens de derde editie van het Food Process Seminar halverwege november in Gent.
Een kleine honderd vertegenwoordigers van Vlaamse voedingsbedrijven aanschouwden een zestal lezingen over de mogelijkheden van kunstmatige intelligentie voor bedrijfstakken zoals productontwikkeling, kwaliteitscontrole, voorspellend onderhoud en robotisering. Ook ging er aandacht uit naar nieuwe wetgeving op het vlak van cybersecurity. De belangstelling voor het thema bleek groot. Onder het genot van een hapje en een drankje gingen sprekers gingen na afloop op de receptie in gesprek met bezoekers, die gedurende de lezingen de nodige vragen hadden voorbereid.
Experimenteerfase
Drie jaar nadat AI mainstream werd door de introductie van ChatGPT, een chatbot die werd ontwikkeld door het Amerikaanse OpenAI, lijkt het alsof de technologie niet meer is weg te denken in het bedrijfsleven. Een greep uit krantenkoppen in het afgelopen jaar suggereert dat sommige bedrijven al zo ver zijn dat banen dreigen te verdwijnen. Alsof AI al diep verankerd is en de arbeidsmarkt in korte tijd drastisch opschudt.
Het potentieel van AI staat buiten kijf, benadrukken alle sprekers op het seminar. Maar klopt het dat de technologie al op grote schaal wordt omarmd? Onderzoeken en enquêtes wijzen in een andere richting, zoals onlangs nog door adviesbureau McKinsey. Ja, menig bedrijf is geïnteresseerd in AI, maar degenen die er al concreet mee bezig zijn, zitten veelal nog in de experimenteerfase of voeren pilootprojecten uit. In plaats van een diepe sprong te maken, steken de meeste bedrijven vooralsnog enkel hun tenen in het water.
Zes fases
Dat beeld schetsen ook de resultaten uit het Pathfinder-project, dat Flanders’ Food uitvoert in samenwerking met diverse actoren zoals Howest, imec, Sirris en Ugent. De partijen onderzoeken wat AI precies kan betekenen voor een voedingsverwerkend bedrijf, mede op verzoek van de industrie zelf.
De onderzoekers concluderen dat bedrijven strategisch moeten toewerken naar AI, stap voor stap. Die bevinding mondde uit in de ontwikkeling van een AI-maturiteitsmodel, gebaseerd op de Industry 4.0-maturity index, met zes fases die bedrijven kunnen doorlopen. Een analyse van de leden van Flanders’ Food leert dat een groot deel zich nog in de beginfase bevindt, in fase 1: het capteren van data en het verbinden van de verschillende IT-systemen. (Lees hier welke andere fases er zijn)
Een andere vaststelling is dat niet alle afdelingen binnen bedrijven even ver staan. Logistiek loopt vaak achter omdat daar weinig data wordt gecapteerd, terwijl de productie vaak al iets meer stappen heeft gezet. Maar ook daar blijkt dat bedrijven AI nog niet voluit durven inzetten, omdat productie de kern van de business is: AI-modellen moeten robuust en accuraat zijn om het risico op kwaliteitsverlies of procesverstoring te vermijden. In marketing, finance en sales zijn al meer geslaagde implementaties.
AI is geen evidentie
Sommige voedingsbedrijven willen wel naar volgende fases van AI-implementatie, maar worstelen met de uitvoering. Roba: "De meest voorkomende fout is te snel willen gaan, van fase 1 meteen door naar fase 4. Maar de integratie van AI is geen walk in the park. Het is écht nodig om die tussenstappen te zetten."
Dat AI integreren geen evidentie is, blijkt ook uit onderzoek van Massachusetts Institute of Technology, de prestigieuze technische universiteit in Boston: zo’n 95 procent van de AI-pilootprojecten binnen bedrijven mislukt. Slechts een fractie van de projecten levert waarde op. Het overgrote deel heeft niet of nauwelijks impact op winst of verlies. "De kloof lijkt niet te worden veroorzaakt door de kwaliteit van het AI-model of door regelgeving, maar door de aanpak zelf", concluderen de onderzoekers.








Zes lezingen
De vaststellingen dat veel bedrijven aan het begin staan van hun AI-avontuur en de integratie van de technologie bepaald geen sinecure is, maken duidelijk dat voedingsbedrijven wel wat ondersteuning kunnen gebruiken bij de inzet van kunstmatige intelligentie. Die kwam er op het Food Process Seminar.
Aan de hand van onderzoek en praktijkvoorbeelden toonden experts in hun vakgebied vergezichten en concrete AI-toepassingen in de voedingsverwerkende industrie. Naast Roba belichtten professor Bram Vanderborght (imec/VUB), Michiel Schreurs (VIB-KU Leuven), Connor Verhulst (Flanders Make), Wim Vancauwenberghe (BEMAS) en Christophe Michiels (Sirris) de mogelijkheden van AI vanuit de meest relevante perspectieven in de sector.