transparantie over chemicaliën
Geert Dancet (ECHA): "REACH is een wereldwijde standaard geworden"
Op 1 juni 2007 werd ECHA, het European CHemicals Agency, opgericht met aan het hoofd een Belg. De Europese Commissie had haar medewerker Geert Dancet met een startersteam naar Helsinki gestuurd om op enkele maanden tijd in Helsinki een slagvaardig agentschap op te richten om de ambitieuze REACH-wetgeving in de praktijk om te zetten. Daarmee wilde Europa de chemie veilig maken voor mens en milieu. Hij bleef er uiteindelijk bijna elf jaar. Nu drie jaar later en terug in België kan Dancet terugkijken op een succesverhaal. Want de Europese regels zijn in hoge mate een standaard en het agentschap een maatstaf geworden voor de rest van de wereld.
Academische achtergrond
Tijdens zijn academische carrière liet niks vermoeden dat Geert Dancet in de wereld van de chemie zou terechtkomen. Hij studeerde af met een master in economie aan de KU Leuven en volgde nog een bachelor filosofie erbovenop. Er leek hem een loopbaan binnen de muren van de universiteit te wachten. En zo begon het ook. Hij deed een aantal jaren universitair werk binnen de onderzoeksgroep Economie (ECON) waar hij zich toespitste op kwantitatieve economische geschiedenis die hij onderbrak voor een vervangende legerdienst in een ontwikkelingsland, Colombia. Dat bleek uiteindelijk zijn springplank naar zijn verdere internationale carrière.
Van economie naar chemie
In ’85 achtte Geert Dancet na zijn academische carrièrestart de tijd rijp om zelf meer in het veld te staan. Hij nam deel aan de selectie-examens voor ambtenaren voor de Europese Commissie. Met succes. Zijn affiniteit met het Spaans, haalde hem bovendien snel van de reservelijst, want Spanje en Portugal kwamen dan in januari 1986 de rangen van de Europese Unie vervoegen. Hij bouwde zich binnen de kortste keren een reputatie uit als concurrentiespecialist binnen de Europese ambtenarij, eerst bij Directoraat-generaal (DG) Concurrentie en dan bij DG Ondernemingen. In 2003 werd hij betrokken in een rotatie van managers in deze DG. “Het voorstel van nieuwe chemiewetgeving, REACH, met oprichting van een nieuw agentschap bleek uiteindelijk de verantwoordelijkheid van DG Enterprise te worden en hiertoe werd een nieuwe REACH-afdeling opgericht, waar ik in maart 2004 aan het hoofd van stond. Vanaf dan was ik nauw betrokken bij alles wat deze wetgeving en het agentschap aanging die in december 2006 definitief werd goedgekeurd. De praktische opstart van ECHA, dat zou instaan voor de implementatie van REACH, werd vervolgens in mijn schoenen geschoven.”
Betere bescherming mens en milieu
Maar het bleef niet bij opstarten alleen. De rol van interim-directeur beviel Dancet. “Er bestond geen draaiboek hoe je zoiets uit de startblokken moest krijgen. Dat we met een unieke realisatie bezig waren, dreef mij er toe om ook de implementatie, het echte veldwerk te willen meemaken.” De uitdaging was nochtans niet min. De nieuwe wetgeving vereiste een volledig nieuwe modus operandi. “In het oude systeem moest de overheid bewijzen welke chemische stof schadelijk was voor mens of milieu. Tot dan mocht de industrie alle chemicaliën op de markt houden die op de lijst van gekende chemicaliën stonden. Dat ontnam de Europese chemische industrie eigenlijk haar innovatiedrang. Nieuwe stoffen op de markt brengen waarvan de veiligheid aangetoond moest worden was volgens de oude spelregels immers duurder en tijdrovender dan business as usual. Dat hielp de concurrentiekracht van de bedrijven echter niet vooruit en het milieu al evenmin. REACH moest daar verandering in brengen en staat voor Registratie, Evaluatie en Autorisatie van CHemische stoffen met gelijke informatieplicht voor bestaande en nieuwe stoffen.”
Innovatiekracht stimuleren
Het uitgangspunt van REACH was eigenlijk net het omgekeerde. Bestaande, gevaarlijke of milieu-onvriendelijke stoffen blijven gebruiken, moest bedrijven meer moeite kosten dan nieuwe betere alternatieven introduceren. Maar het vereiste wel eerst een heleboel huiswerk van de bedrijven om alles wat er al was te registreren volgens de nieuwe regels. Niet per onderneming, maar per stof, zodat er een door iedereen aanvaarde database kon ontstaan, inzichtelijk voor iedereen. “Bedrijven moeten informatie verzamelen rond de chemicaliën die ze willen gebruiken en staven dat de risico’s die er eventueel mee gepaard gaan, kunnen beheerst worden. ECHA en de lidstaten controleren deze informatie en vragen extra gegevens op wanneer nodig. Als er gevaren aan verbonden zijn moet er een juiste labeling komen voor veilig gebruik (zie kaderstuk over CLP-wetgeving). De Commissie, samen met ECHA en de lidstaten, oordeelt dan of er verdere restricties nodig zijn om de maatschappij te beschermen of om ze te catalogeren als zeer zorgwekkend en eventueel aan autorisatie gebonden.”
WAT HOUDT CLP-WETGEVING IN?
Verordening ((EG) nr. 1272/2008) betreffende de indeling, etikettering en verpakking (Classification, Labelling and Packaging - CLP) heeft tot doel een hoog niveau van bescherming van de gezondheid en het milieu te waarborgen, alsmede het vrije verkeer van stoffen, mengsels en voorwerpen.
CLP beschrijft o.a. gedetailleerd criteria voor de etiketteringselementen: pictogrammen, signaalwoorden en standaardzinnen voor gevaar, preventie, respons, bewaring en verwijdering voor elke gevarenklasse en -categorie. Ook beschrijft CLP algemene verpakkingsnormen om de veilige levering van gevaarlijke stoffen en mengsels te waarborgen. Naast het kenbaar maken van gevaren door middel van etiketteringseisen vormt CLP ook de grondslag voor veel wettelijke bepalingen over het risicobeheer van chemische stoffen.
Lees meer over de CLP-wetgeving op de website van ECHA.
Altijd dialoog gezocht
Wat volgde was een helse periode waarin meer dan 21.000 substanties geregistreerd werden. Quasi het volledige industriële landschap dat chemische stoffen nodig heeft kreeg te maken met de wetgeving. Dat REACH ondanks de eerste weerstand toch zo een succes geworden is, is grotendeels te danken aan de aanpak van ECHA. “We hebben altijd de dialoog gezocht met bedrijven en andere stakeholders om de administratieve processen op punt te zetten. Iedere organisatie die betrokken is bij de wetgeving, kan een erkenning krijgen en meewerken aan drafts. De eerste registratieronde liep bijzonder moeizaam, de industrie was net in een recessie geland en niet klaar met haar IT om samen dossiers te bouwen en te delen. Het agentschap lag toen erg voor in het ontluikende digitale tijdperk. Maar we hebben er allen uit geleerd: industrie, lidstaten met hun helpdesks en het agentschap om alsnog de deadlines te halen. We hielpen de industrie ook met procedures en toepassing van de regels voor een gezamenlijke registratie.
"Dankzij REACH is het vertrouwen van de burger in chemicaliën toegenomen"
Vertrouwen van burger gegroeid
Maar wat is nu de impact van zoveel jaar REACH? Dancet: “Wie de balans opmaakt zal zien dat het milieu wel degelijk beter beschermd is. Dat blijkt uit elke studie die al verschenen is. Elke vijf jaar wordt er geëvalueerd hoeveel informatie er is bij gekomen over de bestaande stoffen en of de veiligheidsmaatregelen voldoende zijn en toegepast worden. Dankzij REACH is er veel meer informatie beschikbaar over chemicaliën. Door deze toenemende transparantie is het vertrouwen van de burger in chemicaliën toegenomen. Een proces dat blijft lopen want er wordt steeds verder onderzocht of bepaalde stoffen schadelijk kunnen zijn. Er is wat dat betreft nog jaren werk voor de boeg.” Maar het effect deint verder uit voorbij Europa. “Industrie, ongeacht welke tak, speelt zich steeds meer af op het wereldtoneel. Wie zijn producten in Europa wil afzetten zal sowieso moeten voldoen aan deze wetgeving. De rest van de wereld kreeg de facto dus eveneens een registratieplicht”, aldus Dancet. “In feite is REACH zelfs uitgegroeid tot een wereldwijde standaard. De Britten zullen na de Brexit identieke spelregels gebruiken, Zwitserland past CLP en REACH toe in zijn eigen wetgeving, Zuid-Korea gebruikt REACH-K en de Chinese regelgeving rond chemicaliën wordt ook wel China REACH genoemd.”
"De missie van ECHA was om uit te groeien tot de leidende stuwkracht voor de chemische industrie"
Leidende kracht
In 2017 verliet Dancet ECHA dan ook als een tevreden man. “ECHA was uitgegroeid tot een solide agentschap dat ongeveer 600 medewerkers telde. Omdat IT van in de begindagen een onontbeerlijk instrument was in de dagelijkse werking, heeft de coronapandemie er maar weinig effect op gehad. Geen enkel comité hoefde tijdens de pandemie fysiek plaats te vinden. ECHA was perfect voorbereid op een volledig digitale toekomst. Ook in cyberveiligheid werd enorm geïnvesteerd, om alle vertrouwelijke data die ter beschikking staan veilig te houden. We hadden bij aanvang van ECHA als missie om op korte termijn uit te groeien tot de leidende stuwkracht voor de chemische industrie. Ik denk dat we mogen zeggen dat we daar in geslaagd zijn”, besluit Dancet.